Iriz Thuiszorg is een organisatie waar SWVO een contract mee heeft voor het leveren van huishoudelijke hulp en begeleiding aan inwoners van de Oosterschelderegio en van de gemeente Veere. Aan Koos Kloet, zorgcoördinator begeleiding thuis en aan Djamida Rahman, zorgcoördinator huishoudelijke hulp en huishoudelijke zorg, vragen we welke problemen Iriz Thuiszorg ervaart als het gaat om arbeidsmarktkrapte, hoe zij hiermee omgaat en hoe zij in dit verband de toekomst voor zich ziet.  

De krapte op de arbeidsmarkt en de gevolgen die dit heeft voor het kunnen garanderen van zorg is een probleem dat hen veel zorgen baart. “Als het gaat om de inzet van huishoudelijke hulp en huishoudelijke zorg, zitten we het laatste halfjaar wel geregeld met de handen in ons haar”, verzucht Djamida. “In de zomer kregen we te maken met een wachtlijst en die werd op een gegeven moment in onze ogen onverantwoord lang. Uiteindelijk hebben we als organisatie besloten om een cliëntenstop in te stellen. Natuurlijk wil je dit niet als organisatie. Maar als cliënten té lang moeten wachten, dan vinden wij dat niet verantwoord.” 

Gezamenlijke verantwoordelijkheid 
Het opvangen van de gevolgen van de arbeidsmarktkrapte is een taak voor alle betrokken organisaties vinden de beide coördinatoren. “We willen vooral dat de cliënt niet de dupe wordt van de arbeidsmarktkrapte, maar de situatie is gewoon veranderd en daar hebben we mee te dealen. We doen met z’n allen ons best om zo goed en zo snel als dat kan cliënten te helpen. Ook de gemeentelijke toegangen kunnen geen ijzer met handen breken”, stelt Djamida. Koos vult aan dat Iriz Thuiszorg sinds enige tijd een preventiemedewerker heeft aangesteld in de eigen organisatie. “We zijn hier erg blij mee, want ze gaat aan de slag met signalen die onze medewerkers oppikken. Signalen van cliënten als eenzaamheid, of beginnende dementie.” De preventiemedewerker zoekt bij de oplossingen niet in eerste instantie naar Wmo maatwerkvoorzieningen, maar kijkt veel breder en soms blijkt een activiteit in een buurthuis al een oplossing. “Door vroegtijdig signalen van cliënten op te pakken en na gesprekken samen te zoeken naar een oplossing,  scheelt het op termijn alle betrokken partijen extra werk en kosten”, stellen Djamida en Koos.   

Oplossingen krapte huishoudelijke hulp
Beide zorgcoördinatoren zoeken naar oplossingen om de krapte bij huishoudelijke hulp wat te kunnen dempen. Het personeel werkt meer uren per week en er zijn ook zaterdaghulpen aangenomen. “Bij enkele cliënten bieden we nu huishoudelijke hulp om de week in plaats van iedere week. Dit is een tijdelijke situatie en voeren we ook alleen maar uit bij cliënten bij wie dat kan. In de ruimte die dit biedt kunnen we ook andere cliënten helpen.” Djamida vervolgt: “ Het is fijn dat cliënten met ons meedenken. Toch zijn er ook mensen die bang zijn dat hun huis niet goed schoon wordt of dat zij voor áltijd minder uren hulp krijgen. Zij staan daarom niet open voor deze maatregel en dat vinden we wel jammer, want we stellen dit niet zomaar voor.”   

Volgens Djamida is Iriz altijd op zoek naar sollicitanten die bij hen willen komen werken.  Ze vertelt: “Mensen zijn niet meer zo lang in dienst als vroeger. Zodra ze ergens anders iets meer kunnen verdienen of er is iets kleins in het werk dat ze niet bevalt, dan zijn ze weg. Daar komt bij dat aanbieders van huishoudelijke hulp in Zeeland allemaal in dezelfde vijver vissen.” Ze vervolgt dat de tijden zijn veranderd. “Vroeger deden vrouwen met kinderen dit werk er voor enkele uren per week bij. Nu betalen man én vrouw gezamenlijk de lasten, waardoor we steeds vaker de vraag krijgen van medewerkers of ze een groter arbeidscontract kunnen krijgen. Natuurlijk willen we aan deze wens voldoen, maar als iemand dan ineens uitvalt zitten we onverwacht met een gat van 36 uur per week dat we moeten opvullen.”  

Duidelijke communicatie met de cliënt
Door de vergrijzing neemt de druk op voorzieningen toe. “Niet iedereen kan meer op ieder gewenst moment zorg krijgen. Dat besef is er nog niet bij cliënten en aanstaande cliënten. Bovendien blijkt soms dat cliënten zelf meer kunnen, dan ze hadden gedacht”, stelt Koos. Djamida vult aan dat de medewerkers die huishoudelijke hulp bieden, steeds meer opgewassen moet zijn tegen de mondiger en soms veeleisende cliënten. “Het is van belang om duidelijke doelen te stellen in het werk”, benadrukt ze.  Ze meldt verder dat voordat de ondersteuning start de medewerkers goed met de cliënt moeten doornemen wat ze samen in een bepaalde periode willen bereiken en ook hóe ze dit samen doen. Dit zorgt voor een efficiënte werkwijze en duidelijkheid over de verwachtingen en doelen naar de cliënt toe. “Als een cliënt een doel heeft behaald in het ondersteuningsproces, dan haalt hij of zij daar veel energie uit om door te gaan. Dat is altijd fijn om te zien, ”vertelt Koos.  

Wijkgericht werken
Volgens Koos valt er in de toekomst veel winst te behalen als aanbieders wijkgericht  gaan werken.  “Nu komen veel verschillende aanbieders, die dezelfde voorziening leveren, door dezelfde straat gereden en hebben daar hun werkadres. Het scheelt arbeidstijd, reistijd én kosten als we in de Oosterschelderegio wijkgericht zouden gaan werken. Dus niet alle aanbieders overal, maar een verdeling naar wijken. Ik realiseer me dat dit gevolgen heeft voor de keuzevrijheid van cliënten, maar is het in deze tijd van schaarste nog wel realistisch om onbeperkte keuzevrijheid aan te bieden?” Een legitieme vraag waarover beide coördinatoren graag met de gemeenten eens over van gedachten willen wisselen.